Snoeken leven in helder, plantenrijk water. In wateren zonder planten zijn nauwelijks snoeken te vinden.
De levencyclus van een snoek gaat alsvolgt:
Een snoek begint zijn leven als kleverig eitje, dat in het vroege
voorjaar (maart-april) door zijn moeder op waterplanten wordt
afgezet, waarna het door zijn vader wordt bevrucht. Na twee weken
komt het kleine snoekje uit het ei. Het leeft de eerste week
vastgekleefd aan waterplanten, terwijl hij het voedsel uit zijn
dooierzak verteert. Na ruim een week gaat het jonge snoekje tussen
de waterplanten op zoek naar kleine voedseldiertjes, zoals
watervlooien. Al bij een lengte van 4 centimeter gaat het snoekje
kleine visjes eten. Het eerste jaar moeten snoekjes zich goed
verstoppen, anders worden ze opgegeten door hun grotere
soortgenoten. Als onze snoek uiteindelijk 3 jaar is, is hij volwassen
en keert terug naar de ondiepere gedeelten om af te paaien.
Dan is zijn levenscyclus rond.